home 2006, laatst bijgewerkt 25-05-2008 18. Het volkomen getal 496. In hoofdstuk 11 noemde ik al het volkomen getal. Een perfect (of volkomen) getal is een positief geheel getal dat gelijk is aan de som van zijn eigen positieve delers, de één ingesloten en het getal zelf uitgesloten. Zes en achtentwintig zijn de eerste twee volkomen getallen: de delers van
6 zijn: 1, 2 en 3 de delers van
28 zijn: 1, 2, 4, 7 en 14 De bijbelschrijver heeft dit feit gebruikt
door het eerste woord van de bijbel 'berashit', Gen.1:1
Het derde volkomen getal is 496:
Som: 1+2+4+8+16+31+62+124+248=496 De laatste letter van Gen.1:1 is de tsadee,
Alle delers van 8128 zijn: 1, 2, 4, 8, 16, 32, 64, 127, 254, 508, 1016, 2032
en 4064, Let op, het getal 8128 is het driehoeksgetal van 0127, hetgeen een cijfer anagram is van het Scheppingsgetal 2701. De eerste drie volkomen getallen zijn met enige logica vrij eenvoudig aan te brengen in een tekst, maar dat ligt voor het vierde volkomen getal anders. Temeer daar ook het getal Pi en de stelling van Pythagoras en talrijke andere wiskundige getallen en wetmatigheden in het eerste vers van de bijbel verborgen/onthuld zijn. Alle volkomen getallen zijn driehoeksgetallen. 6 is het driehoeksgetal van drie, 28 is het driehoeksgetal van zeven en 496 is het driehoeksgetal van éénendertig:
Van de negen delers van het derde volkomen getal 496 is de 5de deler de
middelste deler. Dus 16 is de centrale deler. De factoren (dit is iets anders dan delers) van 496 zijn: 1x(2x2x2x2)x31 of
1x16x31. De 16 is ook het centrum tussen 1 en 31: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 Dit centreren is overigens een eigenschap van alle volkomen getallen:
Meer volkomen getallen kan je hier vinden. Een andere eigenschap van volkomen getallen is dat ze altijd op een 8 of een 6 eindigen, de cijfers die samen 86 vormen, het CV van Elohim. Nog een interessant detail is het feit dat als we de zes cijfers van het eerste volkomen getal 6 steeds twee aan twee bij elkaar optellen de som 112 is, het CV van Jahwe Elohim:De 5de deler van 496 is dus 16.
De vermenigvuldiging van deze twee getallen is 5x16=80. Het 80ste
priemgetal is 401, de getallenwaarde van het centrale woord, het nota
objecty,
eth,
Composiet 401=496, het 3de Volkomen getal. We zien dus hier dat het middelste woord van Gen.1:1, dat uit de eerste en laatste letter van het Hebreeuwse alfabet bestaat, een wiskundige relatie heeft met het derde volkomen getal 496. De alef en de tav, de Alfa en de Omega in het Grieks, de eerste en de laatste vertegenwoordigen God (Openb.1:8). Alfa en Omega is: 1+800=801. Dit is het 661ste composietgetal. 661 is verbonden met 496. Met de driehoek van 496 eenheden kan de Davidsster met 661 eenheden worden gevormd: Zo zijn de eerste en de laatste letter van het Hebreeuwse en het Griekse alfabet met elkaar verbonden. We zullen zien dat de getallen 496 en 661 vaker samenwerken om de bijbeltekst te structureren. Maar er is nog iets bijzonders aan de hand: 496 is een composietgetal, maar 661 is een priemgetal. 661 is priem 122. De som van deze twee getallen is: 661+122=783. De som van 496 en het ordenummer 401 is 897. Die twee getallen zijn samen: 897+783=1680, gelijk aan het CV van Χριστου, Christus. De som van de letterplaatsen van de alef, tot en met het woord eth is: 3+9+10+15=37, terwijl de som van de letterplaatsen van de tav 6+16=22 is. We kunnen nu naar letter 496 gaan, maar ik wil eerst naar woord 496 gaan. Dit woord blijkt namelijk de 37ste 'Elohim' in de bijbeltekst te zijn en staat in Gen.2:5. Ik neem aan dat het de lezer inmiddels duidelijk is dat het getal 37 een speciale functie in de bijbelstructuur heeft. Ook hier spelen de getallen 401 en 496 een rol bij het ordenen van de tekst. Omdat 496 de 401ste composiet is en 401 alef-tav is, heb ik naar de letterplaatsen van de alef en de tav in het alfabet gekeken. Het zijn respectievelijk de 1ste en de 22ste letter van het alfabet, samen 1+22=23. Gen.2:5 blijkt 23 woorden te hebben. 401 is het 80ste priemgetal; het aantal letters van Gen.2:5 is 80 of 5x16. De 5de deler van 496 is 16. De 37ste Elohim is het 16de woord in Gen.2:5 en tevens 5de Elohim in hoofdstuk 2. Ook blijkt de alef, de 1, de eerste letter van de 37ste Elohim de 22ste alef van het tweede hoofdstuk te zijn. Ook hier verbindt de 1 zich met de 22.
Verder is 496 dus het driehoeksgetal van 31. Nu
is de enkelvoudige vorm van Elohim 'El', De Davidsster die met de driehoek met 496 éénheden gevormd kan worden heeft 496+(3x55)=661 éénheden:
Woord 661 is eveneens Elohim (Gen.2:19) Dit is de 44ste Elohim van de bijbel. 44 kan hier geformuleerd worden als 37+7, immers woord 496 is de 37ste Elohim. Deze 44ste Elohim begint met de 227ste alef van de bijbel en legt hiermee het woordnummer in het tweede hoofdstuk vast: deze Elohim is namelijk het 227ste woord van Gen.2. Daar 227 het 50ste priemgetal is lijkt het getal 227 ook het versnummer vast te leggen: Gen.2:19 is namelijk het 50ste vers van de bijbel. Het woord Elohim lijkt zich ook hier weer te verbinden met mathematische gegevens. [Nog een aardigheid is dat driehoek 496 als zwaartepunt 221 heeft, en dat 661 de 122ste priem is. De som van deze getallen die zich in elkaar spiegelen is: 221+122=343=7x7x7. Tot en met Gen.2:19, vers 40, daar waar we woord 661 vinden, zijn er 686 woorden in de bijbel, hetgeen 2x(7x7x7) is] In het eerste hoofdstuk vinden we 32x het woord Elohim zodat woord 496 de (37-32=5) 5de Elohim is in het 2de hoofdstuk: Het is tevens het 16de woord in vers Gen.2:5 te zijn. De 5de deler van 496 is 16. Een overdreven toevalligheid. Het eerste hoofdstuk van de bijbel heeft 434 woorden, hetgeen 1x2x7x31 of 7x62 is. De 7de deler van 496 is 62. De 434 woorden van Gen.1 plus de 62 woorden van Gen.2 brengen ons bij woord 434+62=496, de 37ste Elohim. Het eerste en het tweede hoofdstuk van de bijbel worden door de delers van 496 zowel verbonden als gescheiden. Vanaf het begin van hoofdstuk 2 zijn de letterplaatsen
van de 5de (=37ste) Elohim: 246, 247, 248, 249
en 250. De som hiervan is 1240 of 5x248. De middelste letter van Elohim, In het vers (Gen.2:5) is ‘Elohim’ dus het 16de woord. Vanaf het begin van het tweede hoofdstuk is 'Elohim' het 62ste woord en tevens de 5de Elohim in het tweede hoofdstuk. 62 is de 7de factor in de reeks delers van 496. Hier wordt in het tweede hoofdstuk de 5de deler met de 7de deler van 496 verbonden. Priem 5=7. Vervolgens wordt hier door middel van deze ‘priemsprong’ van het 5de vers naar het 7de vers in Genesis 2 verwezen: Gen.2:7 heeft namelijk 16 woorden en 62 letters.
In Gen.2:7 wordt nogmaals beschreven wat in vers 27 al is beschreven: namelijk het scheppen van de mens: Gen.1:27 Zo schiep God de mens als zijn evenbeeld; als beeld van God schiep hij hem; man en vrouw schiep hij hen. Dit is een belangrijk onderdeel van de Schepping en het is mogelijk daarom dat dit vers mathematisch wordt verankerd. Dit beeld wordt nog verder versterkt in Gen.2:22 waar de vrouw wordt gemaakt en bij de man word gebracht. Dit vers begint op letter 2727 en eindigt op letter 2772. Vanaf het begin van de bijbel zijn er 727 woorden. Vanaf vers 27 (het scheppen van de mens) tot en met Gen.2:22 (het brengen van de vrouw bij de man) zijn er 27 verzen. Een ander thema is te vinden tussen het begin van de bijbel en de derde scheppingsdag. Letter 496 is te vinden in de derde dag in Gen.1:11 de 50ste letter. Vanaf het begin van de derde dag (Gen.1:9) is dit de 151ste letter. Nu was woord 496 de 37ste Elohim en het 37ste priemgetal is 151. Hiermee lijkt woord 496 zich met letter 496 in de derde dag te verbinden want dat is immers de 151ste letter in de derde dag: Het is ook aardig om te zien dat de derde dag 259 letters heeft, hetgeen 7x37 is. Dit getal kan worden uitgedrukt door 7 Davidssterren met 37 éénheden: 259=7x37 De kern, de hexagons van de zes buitenste sterren plus de zevende Davidster in het midden is: (6x19)+37=114+37=151 In de derde dag ligt het accent op 151, de 37ste priem. De laatste Elohim die in de derde dag voorkomt is woord 151 van de bijbel (Gen.1:12 het 16de woord) Tot en met de derde dag zijn er 604 letters in de bijbel, hetgeen 4x151 is. Dit kan aan geven hoe belangrijk 151 (496) in de tekst is. De gematria van de vijf verzen van de derde dag is: 3068+2074+5165+4335+1342=15984. Als vermenigvuldiging uitgedrukt is dit: 432x37. De som van deze vermenigvuldiging is: 432+37=469, een anagram van 496. Om zichtbaar te maken hoe 496 verder verbonden is met de derde dag moeten we de cijfers van de delers van 496 bij elkaar op tellen: 1+2+4+8+(1+6)+(3+1)+(6+2)+(1+2+4)+(2+4+8)=55 De derde dag wordt beschreven van Gen.1:9 tot en met Gen.1:13. De som van de versnummers van de derde dag is: 9+10+11+12+13=55. Bedenk dat 496 het derde volkomen getal is. Ook zijn er vanaf het begin van de bijbel 55 alef's, de eerste letter van het alfabet die God in de tekst vertegenwoordigd. Daarnaast zijn er 3 driehoeken van 55 éénheden nodig om samen met 496 de Davidsster van 661 éénheden te vormen: 496+(3x55)=496+165=661.
Als we naar letter 661 gaan dan is dat de laatste letter van woord 172 (2x86) 'als teken' in Gen.1:14, het eerste vers in de vierde dag. De som van de letterplaatsen van dit woord is 658+659+660+661=2638. Dit is een cijfer anagram van 2368, Jezus Christus. De geboorte datum van Jezus is het uitgangspunt van onze kalender en als zodanig is hij een teken voor seizoenen, dagen en jaren. Ook vinden we tussen letter 496 en 661 de Jezus-code met ELS 22, waarvan de som van de letterplaatsen 625+603+581+559=2368 is.
De
afstand van 496 tot en met 559, de laatste letter van de code, is 64.
En de afstand van de eerste letter van de code, 625 tot en met 661 is 37.
Dit zijn de factoren 64 en 37 van Jezus Christus, Samen vormen deze letters het woord
'Seth',
In
de boom der kennis van goed en kwaad,
de kennis van goed (2+6+9)+(400+70+4+5)=17+479=496 Het is ook interessant om te zien wat de getallenwaarde is van: kennis van goed en kwaad:
kennis van goed en kwaad (70+200+6)+(2+6+9)+(400+70+4+5)=772.....2x386 Dit
is een aanwijzing dat God de kennis van goed en kwaad in de handen van Jeshua,
Het koninkrijk is in het Hebreeuws:
Het koninkrijk:
Jozua 12 lijkt ook een relatie te hebben met het Volkomen getal 496. In dat hoofdstuk worden 31 koningen beschreven, die worden verslagen door de zonen van Israël om plaats te maken voor de natie Israël. Het hoofdstuk heeft: 963 letters, 248 woorden en 24 verzen. 248 is de 9de deler van 496. We weten dat 496 het 31ste driehoeksgetal is. De bijbelschrijver heeft dit feit gebruikt in het laatste vers van Jozua 12:24. De koning van Tirza, één; in het geheel één en dertig koningen. Boek Jozua is het 6de boek van de bijbel. De 6de deler van 496 is 31. Het hoofdstuk is nummer 12. Composiet 6=12. Zoals je weet is het 12de priemgetal 31. Zo wordt hier het woord éénendertig verankerd in het hoofdstuk en het boek Jozua.
factoren van 496: 1x(2x2x2x2)x31 Jozua 12:24 De koning van Tirza, één; in het geheel één en dertig koningen. De woorden
één
en dertig,
Ook het aantal letters
van het hoofdstuk (963) is gecodeerd in de woorden Nu deze woorden en getallen onze aandacht hebben, kunnen we verder kijken. Nu kijken we naar het aantal letters, woorden en verzen van het boek Jozua. Vanaf het begin van het boek tot en met Jozua 12:24 zijn er: 20007 letters, 5115 woorden en 303 verzen Dus woord 5115 is het laatste woord van Jozua 12:1-24:
De factoren van 5115 zijn: 1x3x5x11x31. De som is 1+3+5+11+31=51. Maar we spreken hier over de woord (en) één en dertig. 31 is één van de factoren van 5115. In feite is 5115: (1x3x5x11)x31=165x31. Het 165ste palindroom is 6666, hetgeen 1551+5115 is. Alles is er, alleen een beetje veranderd. Misschien is mijn analyse niet helemaal juist, maar ik denk dat het er dicht in de buurt zit. Het gaat allemaal over veranderingen die God gaat maken. En ik herinner je er ook aan dat 165: 3x55 is, drie maal de driehoek van 10 die aan de driehoek van 31 worden toegevoegd om de Davidsster te maken met 661 éénheden.
661
gespiegeld is 166. Als we 166 en 661 in elkaar schuiven als een telescoop, dan vinden we 1661.
De laatste letter van het woord dertig,
Deze mem is letter
20003 van het boek Jozua. Deze letter schijnt ook een relatie te
hebben met de hee,
Misschien vertelt de laatste letter
van Jozua 12:24 ons nog meer. Het is de daleth en de 324812de
letter van de bijbel. De factoren van 324812 zijn: 1x(2x2)x81203. De som
van deze factoren is: 1+4+81203=81208. De daleth heeft de getallenwaarde 4 en in
81208 vinden we op de vierde plaats een nul. Als we deze 0 verwijderen of
negeren, vinden we het getal 8128, hetgeen het 4de Volkomen getal is!!! Dit
getal is verbonden aan de negende deler 248 van het 3de Volkomen getal, want het
woord echad,
Zoals altijd: deze analyse van het volkomen getal 496 in relatie tot de bijbel is verre van compleet. Maar ik hoop dat ik toch enig licht heb kunnen brengen. Hier zijn nog enige observaties te vinden in relatie tot het volkomen getal 496, maar die de structuur op dit moment nog niet veel duidelijker maken, maar voor andere onderzoekers misschien interessant zijn. Stenen tafelen,
Is perfect gemaakt,
© Frank Colijn 2006. |