1. Tellen met het alfabet Als we gaan tellen met het Hebreeuwse alfabet, dan is het handig als we iets van getallen en het alfabet weten. Zoals we tegenwoordig met getallen werken, zijn er in principe maar negen cijfers. Daarmee worden alle andere getallen gevormd. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 De nul heeft geen zelfstandige functie. Nul appelen is niks. De nul is dus in principe geen getal, maar een hulpmiddel. Met deze negen getallen worden in de eerste instantie de letters geteld:
Deze manier van tellen heet: gematria Katan. Zo zien we dat er 3x9 dus 27 lettertekens zijn in het Hebreeuwse alfabet. Vervolgens worden nullen toegevoegd om een onderscheid aan te brengen tussen de letterwaarden:
Gematria Ragil is de meest gebruikte gematria. Doch het is nog iets ingewikkelder, omdat het Hebreeuws vijf sluitletters kent. Deze worden aan het eind van een woord gebruikt, zoals wij hoofdletters gebruiken aan het begin van een zin. Deze letters hebben soms een eigen getallenwaarde, maar meestal niet.
Deze vijf sluitletters staan aan het eind van het alfabet gegroepeerd:
De sluitletters worden bij de normale letters geplaatst waarvan ze zijn afgeleid, en hebben in de meest gebruikte gematria Ragil dezelfde getalswaarde. Op deze sluitletters ga ik in hoofdstuk 2 dieper in. Uiteindelijk ziet het hebreeuwse alfabet er zo uit. De 27 letters hebben nu 22 getalswaarden.
Nu we weten hoe de getallenwaarde van het alfabet is opgebouwd, kunnen we met deze kennis de bijbeltekst benaderen. Dat doen we bij het begin: Genesis 1:1. Overigens is de schrijfrichting van het Hebreeuws van rechts naar links:
Het woord God is in het Hebreeuws: Elohim=
God=Elohim=86 God is het uitgangspunt van de Schepping. Eerst worden de negen getallen geschapen. Met de geschapen getallen vertelt God hoe het gaat met de Schepping. Daarom benaderen we het openingsvers van de bijbel met gematria methode Katan, de eenvoudige methode met 3x de getallen van 1 tot en met 9:
De negen geschapen getallen geven aan dat God het uitgangpunt van de Schepping is. De som van de zeven woorden van Gen.1:1 is: 17+11+19+5+16+5+13=86. Uit 86, uit God komt alles voort of anders gezegd: in den beginne God. Met de normale gematria, gematria ragil, het gebouwde alfabet met 22 letters, is de getallenwaarde van woord 1 en woord 3 van Gen.1:1 samen: ‘In
den beginne God’=
Deze
drie negens drukken het uitgangspunt van het alfabet uit, waarmee het Woord wordt gevormd. Immers in Joh.1:1 staat: In het begin was het Woord, en
het Woord was bij God, en het Woord was God(delijk). 999 in factoren is 27x37. De 27 (of 3x9 of 3x3x3) staat voor de 27
éénheden (letters)
die het Hebreeuwse alfabet telt. Het Hebreeuwse woord éénheid= Beide
woorden Één= In de wereld van getallen is het 13de priemgetal 37 en het 13de composietgetal 22. Één en ander geeft aan dat getal en taal nauw met elkaar verweven zijn.
Het
Hebreeuwse alfabet en de bijbel zijn bepalend hoe onze samenleving zich heeft
ontwikkeld. Het Hebreeuwse
alfabet begint met de letters: alef en beth. Aan de klank horen we al dat hier
ons alfabet van afstamt. De Grieken hebben dit
ca.1200 v Chr. overgenomen en hebben er alfa en bèta
van gemaakt. De samenvoeging van die eerste twee letters,
Een Hebreeuwse alfabet tabel is onder de volgende link te vinden: Het Hebreeuwse alfabet
© Frank Colijn 2005 |